Tegen 2050 zullen we maar liefst met 800.000 tachtigplussers zijn in Vlaanderen. Waar en hoe zullen deze mensen met een toenemende zorgbehoefte kwaliteitsvol kunnen wonen? De aan de KU Leuven verbonden werkgroep rond nieuwe woonvormen voor de boomergeneratie presenteerde recent haar visietekst, waarin – naast thuiswonen en het woonzorgcentrum – ook alternatieve woonvormen aan bod komen.
Wat is er nodig om het woonlandschap in Vlaanderen meer ‘levensbestendig’ te maken? Deze vraag is het uitgangspunt van de visietekst van LIAS of ‘Leuven Institute for Advanced Study’. Dat is een interdisciplinaire denktank van KU Leuven, versterkt met de expertise van internationale onderzoekers. Het resultaat: een reeks aanbevelingen, zowel op het niveau van de burger als van beleidsmakers, maar ook voor de architect die aangemoedigd wordt om meer levensloopbestendig en tegelijk meer activerend te ontwerpen.
De visietekst, gepresenteerd door Hilde Heynen (architectuurtheorie) en Mieke Deschodt (gerontologie en geriatrie), gaat over de verknoping van vergrijzing en wonen. De manier waarop wonen en zorg momenteel worden georganiseerd, is aan herziening toe. De meeste ouderen verkiezen om zo lang mogelijk thuis te wonen, wat ook de focus is van het Vlaamse Ouderenbeleid: ‘aging in place’. Velen onder hen wonen weliswaar in grote gezinswoningen op meer afgelegen locaties. Dat maakt de organisatie van thuiszorg complex en duur. Bovendien zou het, nog volgens de visietekst, beter zijn dat oude en ruime huizen ter beschikking komen voor renovatie en opdeling, waardoor starters en jonge gezinnen deze woningen kunnen betrekken, terwijl de vroegere bewoners doorschuiven naar woningen die kleiner zijn, beter toegankelijk, meer aangepast en beter gelegen. ‘Moving in time’ maakt ‘aging in the right place’ mogelijk, waarbij het maken van een tijdige en goed geïnformeerde keuze ook de zelfredzaamheid en het zelfrespect van ouderen kan bevorderen. Alternatieve woonvormen zoals cohousing, kangoeroewonen of zorggeschikte appartementen kunnen een oplossing bieden om een transfer naar een zorginstelling te vermijden.
Tijdens de presentatie werd aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden geïllustreerd hoe het inderdaad ook anders kan. Mario Vanhaeren, directeur van Oostrem, gaf toelichting bij project De Boomgaard in Kessel-Lo, een innovatief woonproject voor mensen met diverse zorgvragen: centraal in de buurt en mee aangestuurd door de buurt. Arch. Cecilia Aernaudts van OSAR architects liet ook enkele innovatieve ‘zorgwoonprojecten’ in binnen- en buitenland de revue passeren, waaronder het project Schoolstraat 41 in Wijnegem, beschermd wonen voor ouderen met en zonder zorgvraag. Cecilia Aernaudts: “Deze projecten zijn telkens ontstaan vanuit geëngageerde opdrachtgevers die verandering willen brengen, waarbij ook een belangrijke rol is weggelegd voor de lokale overheden. Denk daarbij aan leegstaande grote woningen die een meerwaarde kunnen betekenen als kleinschalig woonzorgproject. Hiervoor is er nood aan flexibiliteit in de wetgeving. Deze projecten zitten vaak in een grijze zone, zijn afwijkend en doorlopen een moeilijker vergunningsproces omdat overheden niet goed weten hoe ze er juist mee om moeten gaan.” Ook de visietekst wijst op reglementaire en juridische drempels en heeft hier aandacht voor in de aanbevelingen naar zowel de intermediaire als Vlaamse en federale beleidsniveaus. Werk aan de winkel!
De volledige visietekst lees je bij de publicaties op lias.eu.