Infiltratie hoeft geen struikelblok te zijn

Voldoen aan de nieuwe GSVH met innovatieve bufferblokken

Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe hemelwaterverordening in oktober 2023 struikelt menig architect wel eens over de afwatering van zijn of haar project. Niet zozeer de integratie van een hemelwaterput, maar vooral de eis voor voldoende infiltratiecapaciteit op eigen terrein veroorzaakte voorbije jaren voor problemen bij ontwerp of vergunning. Met de expliciete erkenning van waterdoorlatende verhardingen als ondergrondse infiltratievoorziening en de hulp van innovatieve bufferblokken zoals het gepatenteerde – en meermaals bekroonde – FluvioStone hoeft het nochtans niet moeilijk te zijn.

De nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake Hemelwater, kortweg GSVH, betekende in oktober 2023 een aanzienlijke verstrenging ten opzichte van de regelgeving van 2013. Zo is de verordening nu niet alleen van toepassing op nieuwbouw, herbouw en de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen vanaf 40 vierkante meter, maar ook op meldings- en vergunningsplichtige werken met een kleinere oppervlakte, inclusief verbouwingen met werken aan de afwatering. Daarnaast is het plaatsen van een infiltratievoorziening nu al verplicht vanaf een perceelsgrootte van 120 vierkante meter in plaats van 250 vierkante meter.

Focus op infiltratie

Infiltratie op eigen terrein is het stokpaardje van de nieuwe GSVH. Naast de verlaagde drempel van 120 vierkante meter werden dan ook de minimale infiltratieoppervlakte en het minimale volume opgetrokken tot respectievelijk acht procent van de afwaterende oppervlakte (voordien vier procent) en 33 l/m2 afwaterende oppervlakte (voordien 25 l/m2). Wat het type infiltratievoorziening betreft, is er sinds 2023 een uitdrukkelijke vraag naar bovengrondse systemen zoals wadi’s en infiltratiekommen. Het is de combinatie van al die verstrengde eisen die het soms moeilijk maakt om tot een concreet en vergunbaar ontwerp te komen.

Hoewel de nieuwe GSVH een expliciete voorkeur uit voor bovengrondse infiltratiesystemen, zijn ondergrondse systemen niet noodzakelijk uitgesloten. Wanneer bovengronds infiltreren om technische of juridische redenen niet mogelijk is, mag ondergronds infiltreren namelijk wel. Een duidelijke motivatie moet dan volstaan. Enkele typische redenen om voor ondergrondse infiltratiesystemen te kiezen zijn plaatsgebrek, de nood aan of aanwezigheid van een gesloten, dichte verharding, het vermijden van pompinstallaties om afstromend hemelwater naar een bovengrondse voorziening te leiden (bijvoorbeeld als het terrein in helling ligt) of het minimaliseren van (mogelijk vervuild) grondverzet.

Infiltreren via waterdoorlatende verharding

Een belangrijke aanvulling in de nieuwste versie van het technisch achtergronddocument is de expliciete erkenning van waterdoorlatende verhardingen als ondergrondse infiltratievoorzieningen. Dat betekent dat, mits de nodige motivatie en op voorwaarde dat de volledige opbouw aan de vereisten van onder meer doorlatendheid voldoet, de horizontale projectie van het waterdoorlatende oppervlak meetelt als infiltratieoppervlakte. Als buffervolume telt het werkelijke beschikbare volume. Dit is met andere woorden sterk afhankelijk van de systeemopbouw.

De meerwaarde van een bufferblok

ArtStone, specialist in bestratingen voor opritten en terras, biedt met de FluvioStone de oplossing om waterdoorlatende verhardingen in zowel private als publieke projecten optimaal in te richten. De door ArtStone geproduceerde bufferblokken laten namelijk toe om het beschikbare buffervolume onder de verharding met maar liefst 100 l/m2 uit te breiden. FluvioStone-blokken zijn voorzien van een grote holte om regenwater op te slaan en gemaakt uit poreus beton om het water vertraagd in de bodem te laten infiltreren. Met de basisopbouw bereik je zo al een buffervolume van ruim 150 l/m2 en honderd procent infiltratieoppervlakte: genoeg om niet alleen de verharding, maar ook de overloop van de hemelwaterput en eventuele groendaken via de waterdoorlatende verharding te laten infiltreren. Daarenboven kan het systeem ook toegepast worden in overstromingsgevoelige gebieden, waar voor buffering en infiltratie nog strengere eisen gelden.

Laagdrempelige oplossing

Het grote extra buffervolume dat met FluvioStone toegevoegd kan worden, is omgekeerd evenredig aan de impact op het project. De bufferblokken worden eenvoudig en zonder aanpassingen in de opbouw van de bestrating geïntegreerd. Dankzij de beperkte hoogte en de hoge plaatsing, op amper 30 centimeter onder het maaiveld, bevindt het systeem zich steeds boven het grondwaterniveau en verloopt de infiltratie bijgevolg uiterst efficiënt. Daarenboven is de nood aan grondverzet beperkt en is de afwerkingslaag volledig vrij te kiezen en dus perfect op de esthetische en technische noden van het project af te stemmen.

Ondertussen staat ArtStone in voor een volledige ondersteuning. Niet alleen kan je online alle bestekteksten, technische fiches en calculatietools vinden: de studiedienst voorziet waar nodig ook een persoonlijke begeleiding van jouw project, van eerste berekening tot het contact met lokale besturen en het opmaken van de motivatie. Op die manier verloopt de weg naar een vergunning aanzienlijk vlotter.